Wat is “Clubcultuur”? ( auteur trainer Jan de Jong )

De website van Altius E1 wordt dit keer vereerd met een column van trainer Jan de Jong ( thans werkzaam als E trainer bij v.v. Wasmeer). Deze ervaren en bekende jeugdtrainer binnen het "Gooische"  is door mij gevraagd een column te schrijven over het begrip "Clubcultuur". Als geen ander is Jan ervaringsdeskundige vanwege het feit dat hij bij menige vereniging heeft gevoetbald en als trainer werkzaam is geweest. Met een heldere stijl van schrijven maakt hij vanuit zijn  eigen ervaring  het begrip "clubcultuur" inzichtelijk. 
 
Bij deze wil ik Jan de Jong hartelijk bedanken voor  zijn bijdrage en zijn spontane medewerking. Hier volgt zijn interessante column. ( voor meer informatie m.b.t. de trainer Jan de Jong verwijs ik naar de website www.jandejongonline.nl  )
 
Jan de Jong 1 september
 

“Clubculturen”

 

“Een eerste club betekent veel voor je, want je eerste club is een soort thuis. Daar hoor je bij. Je komt er veel bekenden tegen waar je wat voor doet. Met die club leef je mee: daar bel je in het weekend je vrienden voor op om te vragen hoe ze gespeeld hebben toen jij er niet bij kon zijn. Kan je in gedachten toch alvast een nieuwe stand op de ranglijst maken.” (KNVB-voorzitter Jeu Sprengers in het voorwoord van het jubileumboek van Altius 1931-2006)

 

Bovenstaande speelt door mijn hoofd, nadat webmaster Martin Langhout mij heeft benaderd om “iets” over clubcultuur te schrijven. Immers Jan de Jong is al bij “zoveel verenigingen” werkzaam geweest als jeugdtrainer, was zijn gedachte en moet daarbij vast verschillen herkend hebben!

 

Altius was mijn eerste club, zowel als speler én als jeugdtrainer. Hoewel ik vele positieve ervaringen heb opgedaan in de periode 18 september 1965 tot 23 mei 1979, maakte ik een tussentijds uitstapje als senioren speler bij HSV Zuidvogels. Dit werd geen succes, daar de toenmalige hoofdtrainer “ het niet zag zitten met spelers van buiten het dorp”. Cultuur schok? Enigszins wel want er volgende per 1 januari 1981 een terugkeer bij het “oude nest”.

 

De vraag ‘wat is cultuur?’ is gemakkelijker gesteld dan beantwoord. In het alledaagse leven wordt de term ‘cultuur’ vaak op verschillende manieren gebruikt. Zo gebruiken we cultuur als een soort verzamelnaam voor bijvoorbeeld schilderkunst, klassieke muziek, poëzie en toneel. Cultuur heeft echter ook een meer antropologische betekenis, namelijk als de wijze van denken, spreken en handelen die kenmerkend is voor een bepaalde groep, bijvoorbeeld de cultuur van de sportverenigingen. Het typische aan cultuur is dat ze wordt gemaakt door (groepen) mensen en verregaande invloed heeft op deze mensen. Mensen maken dus cultuur en ze zijn tegelijkertijd de dragers hiervan.

 

Binnen een sportvereniging kan bij ‘cultuurdragers’ worden gedacht aan trainers, coaches, sportbestuurders, ouders en sporters. Cultuur is vaak diep verankerd in de historie van een club en ze wordt veelal streng bewaakt, waardoor bepaalde leden zich thuis voelen en andere juist geen lid worden van een vereniging. Cultuur zit vaak zo ingebakken dat men soms maar nauwelijks weet heeft van de dominantie van waarden en normen binnen de eigen vereniging. Deze blijken vaak duidelijker als we worden geconfronteerd met anderen en andere sportculturen. De confrontatie met andere sportverenigingen kan een helder zicht bieden op de eigen verenigingscultuur.

 

Op ‘mijn” rijtje verenigingen Altius, Zuidvogels, TOV, Olympia’25, Hilversum, SDO, BFC, NVC, Laren en Wasmeer ben ik regelmatig aangesproken op de diversiteit van “clubculturen” en mijn korte c.q. langere verblijf bij deze clubs. Was de cultuur bij genoemde verenigingen een onderliggende reden om van club te veranderen?

 

Met enkele voorbeelden kan ik duidelijk maken, dat de veranderingen voornamelijk hebben te maken met onderlinge, persoonlijke verhoudingen. Jeugdtrainer versus bestuurder. Zo besloot ik in 1982 om mijn “vrijwilligerswerk” om te zetten in een gediplomeerd trainersschap, waarbij voor de arbeid een bijbehorende vergoeding door mij werd verlangd. Mijn vertrek bij Altius werd een feit. Ontslag bij mijn eerste voetbalwerkgever (Zuidvogels) werd ruim twee jaar later een andere ervaring. Een derde voorbeeld is een aangetekende brief, waarin o.a. werd genoemd, dat er onvoldoende aansluiting heeft plaatsgevonden bij het verenigingsleven van deze vereniging. Typisch, want drie jaar later kon ik bij dezelfde vereniging weer terecht. Dit kon nu vanwege een andere voorzitter binnen de club! De clubcultuur is bij de deze veranderingen in mijn geval van ondergeschikte betekenis geweest.

 

Wél kan ik onderschrijven, dat de sfeer bij een zaterdagclub anders is dan bij een zondagclub. Het feit, dat het eerste senioren team op dezelfde dag samen kan spelen met je eigen team, heb ik altijd ervaren als “méér binding met….” . De samenhorigheid jeugdspelers met senioren is groter.

 

In mijn tweede periode, als jeugdtrainer, bij Zuidvogels heb ik veel meer ervaring kunnen opdoen met het opsnuiven van “clubcultuur”. Wanneer je langer bij een club kan functioneren, wordt je vanzelf meer deelgenoot van het clubgebeuren en hier ligt mijn inziens de belangrijkste reden van het wél of niet slagen van de gekozen weg van bestuurders en trainers samen. Wanneer dit op één lijn zit en er is wederzijds respect dan gaat de verdere invulling bijna van zelf! Bij BFC in Bussum werd dit nog eens benadrukt, mede door de goede contacten met tevreden ouders.

 

Om op de vraag van Martin Langhout terug te komen bij welke clubcultuur ik me het meeste thuis voel, kan ik eerlijk gezegd géén antwoord op geven. Elke vereniging heeft wel wat, maar wat ik bij mijn huidige club een héél sterk punt vind, is dat er vele kinderen écht komen om te voetballen en het niet over andere sporten hebben, die er ook even worden bijgedaan. Wanneer het klikt in de onderlinge verhoudingen, werkt dit prettig en zie je de kinderen met sprongen vooruitgaan.

 

Dat Altius mijn eerste club is geweest en de laatste club zal worden, laat ik vooralsnog in het midden, daar ik voorlopig nog wel een tiental jaren probeer actief te zijn op het veld. De cultuur van Altius is mij overigens wel toevertrouwd. Wellicht is het gezegde “De cirkel is rond” in de toekomst van toepassing!

 

Veel succes met deze website.

 

Jan de Jong

www.jandejongonline.nl

 
 
 
Dit bericht werd geplaatst in Columns. Bookmark de permalink .

Plaats een reactie